Zondagochtend

Kruisridders

Er werd aangebeld. Ik deed de deur open en daar stond een christelijke treurwilg met een hoedje en een bril op en een tasje vol met evangelische verhaaltjes.

Op de achtergrond een personage die zich had vermomt als een klein dik mannetje met een veelte grote jas aan. De vrouw glimlachte naar me als een hyena en hield een blaadje omhoog. Het was tenslotte herfst. Het jachtseizoen was geopend, want bijna iedereen zat binnen tijdens de coronaperiode. Ze vroeg: ‘Gelooft U?’ Ik zei: ‘Ik geloof erin dat bus 11 naar Hammersmith gaat en dat die niet bestuurt wordt door de Kerstman!* Ik wens u en uw man nog een lang en gelukkig leven en ik ga nu verder met mijn eigen leven en dat zouden jullie misschien ook maar moeten doen. Goedendag.’ En voordat ze haar orthopedische schoen tussen de deur en deurpost schoof deed ik de voordeur met een klap dicht, welk geluid nog even naijlde op deze vroege zondagochtend.

’s Avonds liep ik met mijn hond langs de Egelantiersgracht. Ik was halverwege toen ik een afgedankt nachtkastje zag langs de stoeprand wat achtergelaten was en nogal treurig op de vuilniswagen stond te wachten. Ik trok het laatje open, daarin lag een geel papiertje met de tekst, in rond meisjeshandschrift: ‘Sorry Mo, maar je stinkt nogal uit je bek.’

* The Spy Who Came in from the Cold, een film van Martin Ritt naar het gelijknamige boek van John le Carré.