
Zondagmiddag op het eiland La Grande Jatte
‘De blokfluit is niet saai; integendeel, hij heeft veel kleur en klank,’ sprak Josef Meijer, de getormenteerde joodse muzikant, uit een even geniale als suïcidale familie tegen Yakov.
‘Ssstt.’ Yakov Liebermann roffelde de Marseillaise op de deur. Geen reactie. Hij haalde een loper uit zijn broekzak en stak die in het slot. ‘Wat doe je nu? Je woont hier niet, als je maar niet denkt dat ik naar binnen ga,’ zei Josef.
Een gemene stank als die in een ongeventileerde kamer vloog Yakov naar de strot voordat hij de drempel over was. Wat het precies was wist hij nog niet, maar daar zou hij gauw achter komen. Hij stapte achteruit de overloop in, nam een hap schone lucht en betrad de kamer, die in de avondsomberte gehuld was. Hij verschoof de overgordijnen en deed de ramen open. Her en der op het klassieke kersenhouten bureau stonden diverse glazen weckpotjes met ingemaakte peren- en appelstroop en mandarijntjes met cognac. Fruitvliegjes zwermden als dots uit het schilderij ‘Zondagmiddag op het eiland La Grande Jatte’ van Georges Seurat, rond de exemplaren zonder deksel. Verder lag op het bureau een klein agendaatje, een Luger P08 pistool en een foto van de vrouw van Yakov, tevens zus van Josef Meijer. Yakov pakte twee van de potjes en liep er mee naar de badkamer om ze om te spoelen.
‘Moet je kijken. Een foto van je vrouw. M’n zus. Een Duits pistool. Zal ie geladen zijn?’ zei Josef tegen Yakov, maar die hoorde dat niet in de badkamer. De badkamerverlichting was uit en Yakov zag iemand in de badkuip liggen, naakt. Nadat hij het licht had aangedaan bleek het niemand minder dan de U-boot-kapitein Joachim Schepke te zijn, die tijdens de Tweede Wereldoorlog 28 schepen tot zinken bracht. Schepke, een fanatieke nazi, die Yakov op het spoor raakte door zijn vrouw.
Schepke wordt gezien als een van de grootste zeestrategen vanwege zijn goed bedachte aanvalstactieken. In maart 1941 kwam hij voor de kust van IJsland om het leven toen zijn U-boot werd bestookt met dieptebommen. Het schip raakte zwaar beschadigd en eenmaal aan de wateroppervlakte kwam de onderzeeër in dichte mist in botsing met een Britse torpedoboot, waardoor de commandotoren van de onderzeeboot werd afgescheurd. Schepke stond boven op de toren en was jarenlang onvindbaar tot vandaag.
Het water stond hem nader aan de lippen dan het lachen en zijn huid vertoonde een onprettige lichtgele tint. Zijn slaphangende handen waren gerimpeld als grote witte rozijnen. ‘Pang,’ hoorde Yakov uit de woonkamer. ‘Josef… Josef?’ De Jood Josef Meijer zou het laatste slachtoffer zijn van Joachim Schepke.
- Login om te reageren
- 16 weergaves