Willem-Alexander

Garfield

Garfield, M.C. van Leeuwen Meijer

Eigenlijk gaat dit stukje over koning Willem-Alexander, maar ik kreeg onlangs een tekening die mijn moeder had gemaakt van kat Garfield en dat leek me leuker dan het hoofd van Willem-Alexander.

Trots kijkt Willem-Alexander naar de strakke lijnen van zijn nieuwe jacht. Het is nogal een breuk met de stijl van zijn familie, die meer van de traditionele lemsteraak is, maar dat was dan ook een krijgertje van het volk, waarbij Beatrix bedong dat het voor de eeuwigheid wordt onderhouden door de Staat. Dat moet ik eerlijk toegeven als het over de centen gaat zijn ze niet op hun achterhoofd gevallen.

Onze koning wordt zeer kritisch beoordeeld. Dat verbaast Willem-Alexander: hij doet toch niets verkeerd? Nederlanders zijn grotendeels positief over het koningshuis, al is de houding van het gros van de bevolking het best te omschrijven als welwillende onverschilligheid. Willem-Alexander maakt het zichzelf in de rol van koning niet makkelijk, want als hij in de knel komt is dat vaak vanwege zijn eigen keuzes. Hij mist kennelijk verstandige adviseurs om zich heen die hem voor misstappen behoeden – of hij luistert niet.

Het besef dat de Oranjes een voorbeeldfunctie hebben, komt vooral van de vorige generatie, die tijdens de Lockheed-affaire rond Bernhard sr. hebben gezien hoe kwetsbaar de basis van de monarchie is. Dat trauma in de familiegeschiedenis drukt minder zwaar op Willem-Alexander. Het ethisch kompas van de koning hapert weleens. Na een onhandige investering in Mozambique, het wegwuiven van de gewelddadigheden van de Argentijnse junta en het beruchte biertje met president Poetin op de Olympische Spelen van Sotsji, moet Willem-Alexander in de herfst van 2020 door het stof als hij voor een vakantie naar Griekenland vertrekt, terwijl Nederlanders vanwege de coronacrisis strenge restricties in acht moeten nemen en dan ook nog de aanschaf van een bootje van twee miljoen. Kennelijk voelt hij onvoldoende aan dat juist zijn symbolische rol de kern is van zijn koningschap.

Aan de andere kant is het ook maar een mannetje in een glazen kooi, niet behept met speciale gave of enig talent waar zijn ‘bevoorrechte’ functie uit voortvloeit. Gewoon toevallig geboren in een wieg met een kroontje. Misschien was ie liever gaan snoeken met zijn vrienden, dan zwijnen dood schieten. En daar zou ik jaloers op moeten zijn? Eerder verdrietig over zijn tragische lot waar ie goddank nog wat van weet te maken.