
De oorspronkelijke Batavia werd in 1628 gebouwd in opdracht van de Verenigde Oostindische Compagnie op de Peperwerf in Amsterdam. Het was een retourschip, speciaal ontworpen om de lange reis naar en van Indië te ondernemen.
Echter op 4 juni 1629 is het schip, met 332 opvarenden aan boord en met bestemming Java, op zijn eerste reis vergaan voor de kust van West-Australië. Het verhaal van deze stranding werd een bloedstollende thriller met moord en doodslag, verraad, muiterij en het recht dat uiteindelijk zegevierde.
In 1985 werd gestart met de reconstructie van de Batavia op initiatief van scheepsbouwmeester Willem Vos. Hij gaf op bezielende wijze leiding aan een wisselende groep jongeren en de gehele bouw van het schip. Uitgangspunten waren een authentieke herbouw, met gebruikmaking van originele materialen en een bouwmethode op ambachtelijke wijze. Het schip is voornamelijk van Deens eiken vervaardigd en is versierd met gesneden beelden en ornamenten. Ook tuigage en geschut werden gereconstrueerd. Op 7 april 1995 heeft Koningin Beatrix dit schip ‘Batavia' gedoopt, waarna het te water is gezet. Sindsdien is de Batavia elke dag te bezoeken bij Batavialand in Lelystad.
We staan nu op het galjoen en dat is het platform waar de bediening van de voorste zeilen plaats vindt. Ook dient deze uitbouw voor het neer houden van de boegspriet. Het galjoen kan bij slecht weer bijzonder gemakkelijk averij oplopen. Bij het bedienen van de tuigage aan de voorplecht kunnen de zeilen verward raken. Hierdoor moesten mannen naar voren worden gezonden om de zaak te ontwarren en zij liepen dan gevaar om overboord te slaan. In het gunstigste geval werden ze alleen maar onder gedompeld en waren zij de eerste uren zeiknat.
Het gebeurde wel dat bij zeer zwaar weer de leeuw werd geofferd aan Neptunus en dat het schip als ene kat zonder oren thuis kwam. Het galjoen rust op twee balken de eerste en de tweede uitlegger, die met zware kniestukken aan de voorsteven zijn bevestigd. Tussen de beide uitleggers bevindt zich de rijk versierde kam. Deze kam eindigt tussen de achterpoten van wat in de zeventiende eeuw doorgaans de boegversiering was; de galjoensleeuw.
Vanaf het begin van de zeventiende eeuw heeft in Nederland de rode leeuw met vergulde manen in bijna liggende houding de boeg van veel schepen versierd. Veelal is dat de Kaapse leeuw (Panthera leo melanochaita) een ondersoort van de leeuw die vroeger leefde van de Kaapprovincie tot Natal.
- Login om te reageren
- 1 weergave