
Op een ochtend verscheen kapitein Rukwind voor het eerst sinds de reis op de brug van het schip en schreeuwde tegen zijn mensen: ‘Wat doen jullie als jullie een potvis zien?’ Iedereen, de officieren, de matrozen, de speksnijders, de harpoenisten en de jongmaatjes brulden: ‘Hij Zal Sterven Al Zou Het Schip Erbij Vergaan!!’
Rukwind: ‘Hier, kijk goed naar deze Gouden Reaal, 50 florijnen is ’t ie waard. ‘Breng me een hamer en een spijker,’ en hij timmerde de Reaal aan de mast. ‘Mannen wie van jullie als eerste een helzwarte potvis ziet. Een kop vol littekens en harpoenen in zijn rug als verwrongen kurkentrekkers die zal dit goudstuk het zijne mogen noemen.’ Een van de mannen vroeg: ‘De potvis die u bedoelt is dat diezelfde als die sommige Moppie Dick noemen.’ ’Ja, dat is diezelfde. Hij wappert met zijn staart als een vrolijk 10-jarig ADHD jongetje met een verjaardagsvlaggetje. Dat is hem. Dat is Moppie Dick.’
Dagen gingen voorbij tot opeens tijdens een heldere nacht kapitein Rukwind plotseling weer aan dek kwam. ‘Er moet een potvis in de buurt zijn! … Ik voel ’t! … Ik kan ‘m ruiken! … ’t is Moppie Dick!!’
Bij zonsopgang was de penetrante geur bijna ondraaglijk geworden. ‘Beman de uitkijk. Alle hens aan dek!’ Hij liet zich in de mast hijsen, in een bootsmanstoeltje, en boven aangekomen riep hij: ‘Ik zie hem. Ik zie hem spuiten. Daar. Een bult als een besneeuwde heuvel. Het is Moppie Dick. Mannen laat me zakken.’ Beneden aangekomen gaf hij instructies voor de jacht. ‘Bras de zeilen! Zet de boten uit.’ Geluidloos werden de sloepen neergelaten. Haastig klommen de mannen aan boord en zetten zich aan de riemen. In de eerste boot stond Rukwind en och wat haatte hij dit dier. Moppie had ooit zijn linker onderbeen weg gehapt met zijn vlijmscherpe tanden.
Ondertussen scheen Moppie Dick nog niets te merken. Als een eiland rees de beduimelde grijze bult op uit zee. Uit zijn rug staken harpoenen al was het een doolhof van tuinhekjes. Nn hij leek begroeit met meeuwen. Plotseling verhief Moppie Dick zich uit zee en toen zag de bemanning pas hoe groot het dier was. Hij dook onder en het leek een mensenleven lang te duren voor dat hij weer boven kwam.
Plotsklaps zag Rukwind het zwarte dier op zich af komen en hij riep: ’Hij valt aan! Weg hier! … Roeien!! Maar de Moppie had de sloep al versplinterd met zijn machtige bek. Kapitein Rukwind werd naar beneden getrokken en sindsdien heeft niemand meer iets van hem vernomen.
- Login om te reageren
- 1 weergave