Laat bezoek

Laat bezoek

What the Fuck

Om half drie diep in de avond word ik uit mijn bed gebeld. Ik kom in mijn ondergoed naar beneden en doe de deur open, daar staan twee dronken Engelssprekende mannen en die willen naar binnen. 

Ze zeggen dat ze hier wonen en dat hun spullen boven staan. Ik beweer dat het niet zo is. Ze proberen zich langs me heen te wurmen en ik duw ze weg. Opnieuw maakt er één aanstalten om langs me de trap op te lopen en ik schop hem hard in zijn maag, zodat ie achterwaarts over een spoorbiels tuimelt, waar ik mijn tuin mee had afgerasterd. Toentertijd was het in de mode, omdat NS van die zwaar geïmpregneerde dingen af wilde.

Onderwijl doe ik de deur dicht en kijk even later door het keukenraam naar die twee verfrommelde dronken klanten. Ik besef inmiddels dat ze misschien wel in staat zijn om met zwerfkeien, waar mijn voortuintje mee was opgeleukt, door mijn ramen te gooien, als ze mijn lachende kop in het duister ontwaren. Toch maar even de politie gebeld en in een mum van tijd stond mijn buurman Bertje, met een collega voor de deur. Bertje werkt bij de politie en had toevallig dienst. Hij is groot, zo groot als een gietijzeren Engelse telefooncel en hij heeft bruine band Judo. Bertje was niet alleen mijn buurman, we waren ook lid van de plaatselijke judoclub, waarvan ik nog een tijdje voorzitter was. Ze informeerden naar het voorval, maar inmiddels waren de drinkebroers spoorslags verdwenen.

De volgende dag bleken het dronken Engelse voetballers te zijn die tijdens een uitwisseling in mijn dorp waren stationeert bij de gereformeerde voetbalclub GVO, God Voetbalt Ook. De zon scheen en soms een vleugje wind. Ik dronk een kopje koffie in de tuin. Mijn buurman kwam langs. 'Hoi.' Bertje vertelde wat er gebeurt was en ik begreep dat een goede buur beter is dan een verre vriend.