Harmonica

Man with Harmonica

Once Upon a Time in the West (1968)

Altijd wel het idee gehad om een muziekinstrument te bespelen, maar was er nooit toe gekomen. Ik had een buurmeisje die gitaar speelde met van die fel gekleurde wapperende linten eraan. 

Ze was het mooiste meisje wat ik ooit heb gezien op mijn vrouw na. Ik kon uren naar haar kijken als ze gitaar speelde op de galerij van onze flat. Ze had prachtige lang haar, wat ravenzwart over haar rug viel. ’s Nachts droomde ik van haar, maar zij was dertien en vier jaar ouder dan ik. Natuurlijk had ik geen schijn van kans om samen met haar een popduo te vormen zoals Sonny & Cher. Als ik jarig was kreeg ik wel altijd een trommeltje of een plastic trompet van mijn ooms, of een scheidsrechterfluitje van mijn opa met een koord eraan. Een dag later waren deze instrumenten op mysterieuze wijze weer verdwenen, waarschijnlijk onder de schoen van mijn vader.

Mijn vriend speelde slaggitaar en mijn broertje in een bandje met de naam ‘The Frogs.’ Zelf ben ik er al die jaren nooit toe gekomen om een muziekinstrument te bespelen behalve luchtgitaar. Als ik zo’n jazzstraatbandje zie als ‘Tuba Skinny’ uit New Orleans, Louisiana of ‘The Rasharkin Pipe Band’ uit Glenhugh, Schotland jeuken mijn handen om schuiftrompet, wasbord of doedelzak te bespelen. Als ik besef hoeveel uren je moet oefenen zakt bij mij al gauw de moed in de schoenen. Laatst liep ik langs een muziekwinkel en daar lag een elektrische gitaar, maar ik was weer niet zo virtuoos als mijn grote held Jimi Hendrix, dus dat ging het niet worden. Mijn blik dwaalde af naar een paar andere muziekinstrumenten die in de vitrine waren opgesteld. Ik zag een triangel een onderschat instrument, zó mooi bespeelt in de ‘Turkse Mars’ van Beethoven. Maar als ik er op zou spelen zou iedereen denken dat het eten klaar was.

Ik wilde mijn weg alweer hervatten toen mijn oog viel op een in plastic verpakt boekwerkje, waarbij ook een cd’tje en een mondharmonica meegesealt waren. ‘Leer mondharmonica spelen in 10 lessen,’ stond er op het pakketje te lezen, en: ‘Geen kennis van muziek vereist’. Of het speciaal voor mij gemaakt was. Ook de naam van de bedenker van de cursus was vermeld. ‘Toots Ventielemans.’ Zeker een Belg, dacht ik nog. Ik ging de winkel binnen en schafte mij het boek aan, de cd en de harmonica voor de prijs van twaalf euro vijfennegentig. Muziek is prachtig maar daarom hoeft het nog niet te duur te zijn, anders was ik wel op een drumcursus gegaan om het geld uit mijn zakken te laten kloppen.

Thuis gekomen sloeg ik het boek open en begon te lezen. In de inleiding stond vermeld: ‘De mondharmonica is een van de gemakkelijkste muziekinstrumenten. Je hoeft er alleen maar in te ademen om muziek te maken. En tegelijk een waarschuwing poets altijd goed je tanden voordat je begint te blazen anders kunnen etensresten maar al te gemakkelijk tussen de lipjes komen en het instrument voor bespeling ongeschikt maken.’ Er waren veel liedjes opgenomen in het boek begeleid door synthesizermuziek op de cd. Ook het liedje ‘Man with a Harmonica’ van de Italiaanse componist Ennio Morricone. En inderdaad na drie dagen kon ik mondharmonica spelen, zo goed als Charles Bronson wanneer zijn broer op zijn schouders staat in de film ‘Once Upon a Time in the West’ van Sergio Leone. Zodat ik ’s avond als ik naast het kampvuur zat in mijn achtertuin het ene na het andere deuntje op mijn nieuw verworven instrument bespeelde. Dit tot groot ongenoegen van mijn buren die mij verwijtend toeschreeuwden.