Een Dagje Naar Het Strand

op het strand

We hadden een appartement gehuurd in Portugal. Op een dag waren we op jeepsafari met een off-road jeep en namen de ruige onderschatte schoonheid van de Algarve tot ons met de Portugese gids Mario. Hier volgt een verslag van zijn gebrabbel.
 
My name is Mario. Go and look for the zebra’s and the lions. Look a Portuguese lion (een hond). Where are the rifles? Tataratatata, Aanvaallûh. I’m not the driver and the crew, but we are a team and we make a happy day and learn so much as possible. I love mine job. Ha-ha. Super Mario. The Portuguese manner, we stay on the railroad and then we look left/right. Aanvaallûh. A policeman, ten points.’
 
Oude ambachten, kurk, honing, plezier, zwemmen, avontuur en heel veel informatie. Hij vertelde over planten, kruiden en de kurkboom. De eerste kurk wordt er afgehaald na 20 jaar en dan om de negen jaar, zo’n boom kan wel 200 jaar oud worden.  
 
Nadat de jeepsafari was afgelopen gingen we in de middag naar het strand. ‘Rollado,’ hoorden we iemand roepen in de verte en zo zag het hondje er ook uit. Het hondje balanceerde tussen de stenen op het Portugese zand en bracht een amechtig gepiep voort. Hij zette voorzichtig zijn worstachtige pootjes neer en produceerde een klein zenuwachtig drolletje. Zijn bazinnetje, een klein buikig vrouwtje met op haar pet de tekst Bar Azur, Wallbanger liep snel door, tussen de handdoeken van de badgasten.
 
Ik stapte in het helderblauwe water. Een vrouw ging gehurkt naast me zitten en deed haar bikinibroekje naar beneden. En algauw kleurde het water donkerbruin en de klonten poep dreven met de stroom mee. Ik keek haar verbaasd aan, toen ze tegen mij zei: ‘De eerste keer, vakantie in Portugal. Ik denk dat het van de olijfolie komt?’
Ze kwam ook uit Nederland.
 
De laatste dag van onze vakantie stonden we te laat op, omdat ik me had vergist in de vertrektijd. De reismuts was al langs geweest met de touringbus, maar had gedacht dat we al eerder op eigen kosten met een taxi op weg waren naar het vliegveld. We kwamen te laat op het vliegveld en in mijn ooghoek zag ik een felle uitslaande brand. Dat was natuurlijk ons gemiste vliegtuig en wij waren met ons gezinnetje de enige overlevenden, maar het bleek gewoon een Portugese boer te zijn die zijn aangeharkte rotzooi, tractorbanden, landbouwplastic en zwerfvuil in de fik had gestoken.
 
Veel later dan gedacht hadden wij dan toch een andere vlucht voor heel veel extra geld, waardoor we alsnog de armoedegrens dicht benaderde.