De Schat Van Claes Copaen

Armband

Hoe mooi en rustig het ook was in Oostzaan en hoe prettig de dorpsjeugd er kon spelen, alle kinderen wisten dat er altijd één groot gevaar op de loer lag: de kwaaie zeerover Claes Copaen. Op alle wereldzeeën hadden ze voor hem gesidderd en dus hoefde je als jongen je niet te schamen, als het klamme zweet je uitbrak wanneer je oog in oog stond met de bloeddorstige rover Claes Copaen. Hier in Oostzaan woonde Claes, nadat hij in 1625 zijn piratenbestaan aan de wilgen had gehangen.

In 1930 zette een Oostenrijkse gravin Beck-Rzikowsky, alias Madame Sylvia Zaandam op stelten. Zij  bezat volgens eigen zeggen de gave der helderziendheid en had in een visioen de schat van de 17e-eeuwse piraat Claes Copaen in de bodem van Zaandam gezien. Het meestal zo nuchtere gemeentebestuur, onder aanvoering van de niet minder nuchtere Klaas ter Laan rook geld en liet de gravin naar hartenlust graven.

Na weken spitten werd er een metalen armband opgegraven. Het voltallige gemeentebestuur stond voor joker. De goudkoorts in Zaandam begon in 1929 met een bericht in de 'Berliner Tages Zeitung' waarin werd verkondigd dat er in Zaandam een enorme schat verborgen lag, diep in de aarde van een oude begraafplaats aan de Oostzijde. Dat opmerkelijke feit was de helderziende Madame Sylvia geopenbaard in een visioen. De internationale pers was er als de kippen bij en geldschieters verdrongen zich om de schatgraverij te financieren. Wonderlijk genoeg twijfelde niemand aan de woorden van de helderziende. De uit de kluiten gewassen gravin met haar onafscheidelijke pothoed en bloemetjesjurk moet ontegenzeggelijk charisma hebben gehad. Dat blijkt vooral uit een interview in het tijdschrift 'Het Leven' waarin ze de verslaggevers overdonderd met haar gaven door tal van intieme voorvallen en gebeurtenissen van de reporters op te dissen.

‘Ik wil uitdrukkelijk vaststellen dat ik geen spiritiste ben. Ik voorvoel en voorzie gebeurtenissen. Het is dan alsof het gordijn, dat de toekomst verborgen houdt, voor mij wordt opengeschoven. Mij is geoorloofd achter dit gordijn een blik te slaan. Ik zie dan vaak heel gelukkige dingen, vaak ook ontzettende bedreigingen.'

Waarschijnlijk is het de hoop op een financiële meevaller geweest die burgemeester en wethouders van Zaandam deden besluiten om in zee te gaan met een schatgraver. De gemeentekas kon wel een extraatje gebruiken. De gevolgen van economische crisis waren ook in de Zaanstreek merkbaar. De goudkoorts werd nog eens aangewakkerd door de firma Voor den Paarlenhandel Sondheimer te Amsterdam, die B & W verzocht om als eerste in de gelegenheid te worden gesteld om eventueel gevonden juwelen te bekijken en indien mogelijk te kopen. 

Op 18 april 1930 werd de eerste schep in de Zaandamse grond gestoken op aanwijzing van de helderziende Madame Sylvia. De plaats van handeling was het terrein achter de Zuiderkerkstraat nabij het Plantsoen van het Verzet aan de A.F. de Savornin Lohmanstraat. Zes voormalige werkloze grondwerkers groeven zich in het zweet, terwijl Madame Sylvia nerveus door de modder laarsde, wachtend op nadere mededelingen van gene zijde. Naarmate de tijd verstreek groeide de spotzucht van de Zaankanters.

Maar plotseling was daar eind april 1930 het grote moment: uit een metersdiepe kuil kwam een armband van glanzend metaal boven de grond met een doorsnede van wel twintig cm. Alle Zaanse notabelen stroomden toe: burgemeester & wethouders, diverse raadsleden, rechercheurs van politie, persmensen en fotografen uit heel Nederland. De armband was nauwelijks te tillen en ze moest met zes man vast gehouden worden. Totdat een van hen bij wijze van grap zijn hand in de armband stak, terwijl hij grijnsde als een vos die stront van een prikkeldraadomheining vrat. Plotsklaps was hij verdwenen en de grondwerkers lieten de armband op de grond vallen. De arbeiders, de verzamelde pers en de burgemeester en wethouders bleven verbaast achter. Er werd nog lang naar de opgeloste man gezocht, maar hij werd nooit weer gevonden. Het gebeuren veroorzaakte grote hilariteit in de Zaanstreek. Velen dachten dat grappenmakers de nepschat in de grond hadden gestopt en dat het een ordinaire goocheltruc was. Ten einde raad gaf de burgemeester het gevonden voorwerp aan de vindster Madame Sylvia mee voor nader onderzoek. Zij zou zorgen dat het in goede handen zou komen en met deze misleidende woorden verdween zij met de noorderzon naar Nazi-Duitsland.

Tijdens de Apollo 20 missie die landde in de buurt van Delporte Crater op de achterkant van de maan is een soortgelijke armband gevonden in een buitenaards sigaarvormig ruimteschip dat daar al duizenden jaren lag. Het Apollo-programma eindigde officieel in 1972 met de Apollo 17 als de laatste missie naar de maan en weer terug. NASA had echter nog drie missies gepland; Apollo 18, 19 & 20. Tijdens deze Apollo-missies zijn oude kunstmatige structuren op de maan ontdekt.

In 2007 werden verschillende video’s geüpload naar YouTube en de gebruiker die ze verstrekte beweerde dat het beeldmateriaal was van Apollo 20 waarop de structuren en de armband te zien zijn.