
Op 4 oktober 1974 rijdt Peter Nus met zijn Egli-Vincent 1330 Café Racer in de stromende regen op de Rijksweg 9 tussen Alkmaar en Den Helder zijn noodlot tegemoet.
Een tractor met oplegger vol koolrapen kantelt onverwachts en Nus weet wel een botsing maar niet een val te vermijden. Er bestaat een zwart-wit foto van de dichter Peter Nus die zwaargewond in de berm ligt, langs de autosnelweg. Er is een paraplu naast hem neergezet, die omgewaaid is. Hij ligt onder een paar juten aardappelzakken, die hem enige bescherming biedt tegen de stromende regen. Op de achtergrond is nog net het achterwiel van zijn motor zichtbaar, die langzaam verdwijnt in het Noordhollandsch Kanaal.
Eenmaal in het ziekenhuis -de ambulance laat 30 minuten op zich wachten- lijkt het ongeluk niet fataal. Niettemin overlijdt Peter Nus na een paar dagen op 23-jarige leeftijd aan de gevolgen van zijn verwondingen. Hij heeft ons een groot aantal gedichten nagelaten o.a.
EEN GEDICHT
God maakte zich niet sappel en schiep de aardappel.
Zijn volgende schepping was niet veel beter: de aardappeleter.
Volgens overleving ligt de helm die Nus droeg tijdens het ongeval nu in het Literatuurmuseum. Dit opvallende hoofddeksel met zijn naam erop is zwaar beschadigd en getuige van het vreselijk ongeval met dodelijke afloop van de jonge dichter Peter Nus, die op weg was naar Den Helder. Het verdriet was groot, ook voor zijn broer Arie. Het leven ging gewoon voort.
Een paar dagen later stond de buurman in de gang. ‘Gecondoleerd. Misschien een rare vraag, maar kan ik die motor overnemen.’ Niet veel later stond hij weer op straat met zijn eigen voortanden in zijn hand.
De helaas te vroeg overleden P. Nus is vooral bekend van zijn poëzie gedichten:
Tip, tap, top De datum heeft een hoedje op & Olleke, bolleke, knol, nu is mijn blaadje vol
- Login om te reageren