De Gelukkige Postbode

Joseph Roulin

De bewoners van het dorp Bellegem in België hebben een groot feest aangericht om postbode Francis Postier te bedanken. Veertig jaar heeft hij de brieven bezorgd. Nooit wierp hij de post en of het reclamedrukwerk in de verkeerde gleuf. Zijn laatste werkdag vormt hierop geen uitzondering.
 
Vandaag is het feest en het hele dorp is versierd met slingers. Hij rijdt op zijn stoere postbodefiets het dorp binnen en de kindertjes van de basisschool zetten hun ingestudeerde liedjes in onder leiding van de lerares, die ó zo prachtig piano kan spelen. Francis krijgt een lintje onder grote belangstelling van de plaatselijke bevolking en wordt door de burgemeester benoemd tot ereburger van het dorp.
 
Blij en gelukkig tegelijk verlaat onze Francis het feestgedruis om zijn brieventas te legen bij het laatste huis van het dorp waar hij zijn werkdag spoedig zal beëindigen. Hier aangekomen wordt hij naar binnen geroepen door een blonde schoonheid en zij zegt: ‘Pardon, postbode wilt u even binnenkomen.’ Natuurlijk voldoet hij aan dit verzoek en hij vraagt wat hiervan de rede mag zijn. Zij zegt: ‘Lieve postbode zou u met mij het bed willen delen.’ Nu daar hoeft Francis niet lang over na te denken, al is hij voor de eeuwigheid getrouwd, dit kan hij met de beste wil niet afslaan.
 
Als in de ochtend de zon opkomt en de postbode nog staat na te genieten, met een sigaretje op het Franse balkonnetje, is de jonge vrouw al het ontbijt aan het toebereiden. De postbode wast zich en poetst zijn tanden en neemt blijmoedig deel aan de dis en zegt: ‘Lieve dame u heeft mij een prachtige avond bezorgt en dit ontbijt is voortreffelijk, maar waarom ligt er een euro bij mijn koffiekopje?’
 
‘Postbode dat is een ideetje van mijn man, die momenteel op een booreiland werkt en pas over een week thuis komt. Ik vroeg aan hem ‘Wat zullen we de postbode geven omdat hij al veertig jaar de post rondbrengt in het dorp?’
 
‘Fuck de postbode, geef hem een euro,’ zei mijn man. Maar dat ontbijtje heb ik zelf bedacht.
 
Glimlachend verdwijnt Francis Postier in de ochtend. In de achteruitkijkspiegel van zijn stoere postbodefiets is een schone jongvrouw te ziet in de deuropening van het huis waar hij zojuist zijn postzak geleegd heeft.