Batavia 3

Beeldsnijders Batavia 1995

De wederwaardigheden bij de Bataviawerf waar ik in 1993 begon aan mijn loopbaan als beeldsnijder.

Nadat ik hier mocht werken vervaardigde ik mijn tweede proefstuk voor het atelier onder auspiciën van de meester beeldsnijder op de Bataviawerf. Daarna maakte ik de beide kardinaalsmutsen, waar de roertalies (borglijn voor het roer) doorlopen aan de achterzijde van het schip. Het volgende project was het grote en kleine cartouche (een omlijst schild met de letters VOC en het wapen van Amsterdam). Of zoals een jongetje zei die verstand had van voetbal ‘De boot van Ajax’. De tekening van de spiegel inktte ik die in potlood was opgezet door Cees van Soestbergen. Verder maakte ik een proefstuk voor de balustrade en nadat het goedgekeurd was werkte ik aan de ballusters.

Met een collega vervaardigde ik twee gillingen (halffiguren) voor in de kuil (het niet overdekte gedeelte tussen bakdek en halfdek) aan stuurboord en later nog een gilling samen met Cees. Uiteindelijk mijn meesterwerk; de stoerste gilling van het stel, de laatste aan bakboord. Hierna moesten we in een stuk of wat maanden het schip en alle beelden ontdoen van lijnolie, gronden en afschilderen.

Mijn uitkering was inmiddels gestopt, zodat ik de laatste paar maanden van mijn leertijd volmaakte als vrijwilliger. De twee jaren waren om gevlogen en ik stopte met het werk op de Batavia. Dit was een makkelijke stap, ondanks het afscheid, want er viel niks meer te snijden. De Batavia was klaar.

Ik was aan het einde van mijn opleiding gekomen en na de tewaterlating, ging ik mee op de Batavia tijdens Sail 1995. Dat was één van de mooiste dagen van mijn leven. Het leek alsof iedereen mij stond toe te juichen toen ik door het Noordzeekanaal voer, van Velsen naar Amsterdam. Omdat ik zo’n mooie boot had gebouwd? Ik had alleen een paar beelden gesneden, maar wat was ik blij.

Op de werf waren ze alvast met het schip Zeven Provinciën begonnen, maar nog niet zo ver dat er al nieuwe beelden op moesten. Ja en hoe ging het verder?

Beeldsnijders van de Batavia, 1995.

Wordt vervolgd