Zomaareenstraat

Peter Blake with Kookiebizar

In een winkelcentrum onder aan de flat in de Zomaareenstraat is een Surinaamse snackbar Switie Sranang, Antonio’s pizza afhaal restaurant, Henk ten Hoor van boven en onder goed, Bakker Prins en een DA winkel. Op de plastic stoelen voor Antonio zitten twee mannen te roken. Bij de bakker werkt een vrouw met blond haar. Haar smulsloffen, een zoete lekkernij, zijn in de aanbieding en buiten huilt de wind.
 
Bij de vuilcontainers ligt een oud matras en een rol zeil. Voor één van de ramen hangt de luxaflex scheef. Een donkere man komt door de hal naar buiten. Twee bouwvakkers schreeuwen vanaf een balkon naar een dikke jongen met blond krulhaar en een knalgele regenjas. ‘Gordon. Gordon.’
In de Zomaareenstraat is een moordaanslag gepleegd, maar nu is er niets meer over wat aan een treurspel herinnert. De plaatselijke krant, waar een verslag in stond van de moord, vermeldde dat de dader niet kon verdragen dat zijn vrouw weg was.
In de Zomaareenstraat staan huizenblokjes met winkels. Een vrouw kwam hier wonen. Zij was veertig en net gescheiden van haar invalide man. Toen ze na de verhuizing om zeven uur naar haar werk ging werd ze opgewacht, door haar toenmalige echtgenoot.
 
Maandagochtend.
Ze had niet op haar ex gerekend.
De man zat buiten in zijn ferrarirode scootmobiel Beaufort 4. Toen de vrouw beneden in de hal van het flatje kwam, schoot de man haar voor de deur dood en reed weg.
De bewoners van de flat en de winkeliers waren geschokt.
Een invalide die door dag en dauw met zijn scootmobiel door de straten van donker Lelystad snorde om zijn eega te gaan vermoorden. Hij had zijn pistool onder de dekens tussen zijn stompen verborgen. Een vrouw van veertig eindelijk bevrijd van haar despotische vriend.
De Zomaareenstraat is een beklemmende straat in een oudbakken en versleten wijk van Lelystad.
 
En wind. Heel veel wind.
Een dag na haar dood wordt de echtgenote aangehouden. Hij was niet ver gekomen.
Een jongetje met kroeshaar loopt naar de koelvitrine in Switie Sranang. Hij doet de deur open. Pakt een blikje cola en rent als de wind weg naar buiten, met de eigenaar achter zich aan.
In de snackbar staat de radio aan en Joe Cocker zingt With a Little Help from My Friends.