WOPS

Hemingway

At two o’clock in the morning two Hungarians got into a cigar store at Fifteenth Street and Grand Avenue.

Drevitts and Boyle drove up from the Fifteenth Street police station in a Ford. The Hungarians were backing their wagon out of an alley. Boyle shot one off the seat of the wagon and one off the wagon box. Drevitts got frightened when he found they were both dead. ‘Hell, Jimmy,’ he said, ‘you oughtn’t to have done it. There’s liable to be a hell of a lot of trouble.’ ‘They’re crooks, ain’t they?’ said Boyle. ‘They’re wops, ain’t they? Who the hell is going to make any trouble?’ ‘That’s all right maybe this time,’ said Drevitts, ‘but how did you know they were wops when you bumped them off?’ ‘Wops,’ said Boyle, ‘I can tell wops a mile off.’

Een vignet uit het boek In Onze Tijd (In Our Time, 1924) van Ernest Hemingway, in een vertaling van Clara Eggink, 1968. In de originele tekst is er sprake van wopsWop is een racistische belediging voor een Italiaan of een persoon van Italiaanse afkomst. Er wordt vaak gezegd dat deze term afkomstig is van With Out Papers of Working On Pavement, maar eigenlijk komt het van het Italiaanse woord guappo, wat pooier of schurk betekent. De verhaal van Ernest Hemingway heeft nog niets aan actualiteit ingeboet;

Op meerdere plaatsen kwam het de afgelopen tijd tot rellen bij demonstraties naar aanleiding van de dood van George Floyd, die maandag overleed nadat een politieagent minutenlang een knie op zijn nek had geduwd. Georg Floyd had geen wapen bij zich en verzette zich niet tegen zijn arrestatie.

Om twee uur in de morgen gingen twee Hongaren een sigarenwinkel in op de hoek van Fifteenth Street en Grand Avenue in. Drevitts en Boyle kwamen van de politiepost in Fiftheenth Street aanrijden in een Ford. De Hongaren reden hun wagen achteruit een steeg uit. Boyle schoot er een dood op de bank van de wagen en een achterin. Drevitts werd bang toen hij ontdekte dat ze allebei dood waren ‘Verdomme, Jim’, zei hij, ‘dat had je niet moeten doen. Daar komt een hels gedonder van’. ‘Het zijn toch schurken? zei Boyle. ‘Het zijn toch Italianen? Wie zal daar nou gedonder over maken?’ ‘Nou ditmaal gaat het misschien nog’, zei Drevitts, ‘maar hoe kon je nou weten dat het Italianen waren toen je ze koud maakte?’ ‘Italianen’, zei Boyle, ‘die herken ik op een mijl afstand’.