
Professionele beeldsnijders kunnen niet zomaar maken wat zij mooi of functioneel lijkt. Zij moeten zich houden aan voorschriften die door de admiraliteiten werden opgesteld. Bij veel schepen wordt getracht een verband te leggen tussen de naam van het schip en de decoratie.
Op de spiegel domineren dan steeds de wapens van de provincies en steden, waarnaar ze genoemd of waar ze gebouwd waren. Bij het bepalen van de decoratie van een schip is niet alleen de esthetische kant van belang, ook technische factoren speelden een rol. De beelden van de spiegel van de Batavia zijn gesneden uit grenen, douglasspar of oregon pine & de galjoensleeuw uit linden, dit in tegenstelling tot de andere beelden die uit eikenhout zijn gesneden.
‘…de Kam met enig Loovwerck, doorlugtig uitgesneden; dog moet den Beeldsnijder hier omtrend waarnemen, dat sijne gekrulde, en zwierige Blaaden sodanig schicke, dat de ysere Bouten, met welke sij doorregen is, zoo veel mogelijk zal zijn, in ’t Hout bedekt blijven.’
Snelheid, stabiliteit en een geringe diepgang zijn steeds punten van aandacht. Voor de stroomlijn van het schip is het van belang, dat het beeldwerk binnen de trek blijft. Het mag niet teveel uitsteken, omdat achter dergelijke struikelblokken telkens weer tuigage kan blijven haken. Om dezelfde reden wordt het bovenste hakkebord ‘tot te minder Wintvang Doorlugtig uitgesneden’. Het beeldwerk dient aanzien zowel functionaliteit en benadrukt in geval van een oorlogsschip het karakter ’dezelve Sterck en drucken Wreedheid uit’.
Scheepssier is het middel om vriend en vijand te imponeren en kwade invloeden af te schrikken. Het werk van de beeldsnijder ontstaat in de werkplaats en hij is afhankelijk van grondstoffen en technische middelen. Hij kan zich niet onttrekken aan vaktraditie en arbeidsverhoudingen. Men mag er dus van uitgaan dat in de scheepsbouw de stijl niet overeen komt met de heersende mode. In Nederland is er van beeldhouwkunst nauwelijks sprake. Wel zien we in vele kerken prachtig houtsnijwerk aan preekstoelen en koorbanken. Beeldhouwwerk vindt men in het stadhuis van Amsterdam, nu beter bekend als het Paleis op de Dam, gemaakt door Artus Quellinus en Rombout Verhulst. De plannen waren eerst nog grootser, maar de calvinistische fractie in de vroedschap vreesde Gods Toorn of was het gewoon Hollandse zuinigheid.
- Login om te reageren