Renovatie

Biereco

Mijn vrouw en ik hadden een flatje van de woningbouw gekregen. Gekregen, we moesten er anders flink voor betalen.

We woonden er nog niet, maar de spullen hadden we al wel in het huis opgeslagen. Ze waren bereid om onze woning als eerste te renoveren en te voorzien van een moderne badkamer en toilet. Om 7.00 uur stapten twee bouwvakkers naar binnen met een reservesleutel en waren verbaast dat ik er ook was. ‘Moest ik niet aan het werk zoals iedereen’, zag ik ze denken.

Ze kwamen uit Enschede hoorde ik tijdens de koffie. De stad waar in dat jaar het halve centrum was weggeblazen. Een opslagruimte met vuurwerk vatte vlam en ontplofte uiteindelijk. Er vielen 23 doden, onder wie vier brandweermannen en ongeveer 950 mensen raakten gewond en 200 woningen werden verwoest. ‘Daar hadden ze toch genoeg werk’, dacht ik, maar dat zag ik verkeerd. Het werk op bijna twee uur rijden verwijdert van hun woonplaats werd beter betaald. Met een enorme cirkelzaag begonnen ze het een en ander weg te zagen, zodat het hele huis al gauw gehuld was in een enorme stofwolk en ik buiten op het balkon mijn hoestbui stond te verwerken.

Na een half uurtje werd er op het raam geklopt van de toegangsdeur naar het balkon, dat het toch beter was om alles af te dekken met plastic zeil, wat ik van hun bouwbedrijf BIERECO had gekregen. Een 'verherbouw'-firma die een geduchte reputatie had, ook in het buitenland. Maar dit was een misverstand. Ik had nooit een brief gehad of materiaal om mijn meubels mee af te dekken. Zij hadden nog wel wat in de auto liggen, maar toen was het al zinloos om mijn spullen te bedekken, omdat alles al onder een dikke laag witte stof zat.

Ik bood aan om koffie te zetten. Daar hadden ze wel trek in, maar alleen als er een dikke plak cake bij zat anders hoefden ze niet, en om ze maar te vriend te houden was ik niet zo gek of ik ging cake halen bij de plaatselijke supermarkt. Ik nam ook kano’s en vulkoeken mee, maar dat hoefden ze niet, want ze moesten wel een beetje aan de lijn denken en anders hadden ze ruzie met moeders de vrouw en dat wilde ik toch ook niet op mijn geweten hebben.

De plaatsing van een nieuw closet nam meer tijd in beslag dan gepland, vanwege de slechte afvoer, zodat er een noodvoorziening moest worden aangelegd. ‘Over een paar dagen zou er buiten op de begaande grond een chemisch toilet van het merk Dixie worden neergezet en voorlopig moest ik het maar op een emmertje doen of bij mijn schoonmoeder’, zei een van klussers met een vette knipoog.

Uiteindelijk was ook de badkamer klaar, tijdens het douchen zag ik dat het water over de hardstenen dorpel mijn slaapkamer in liep onder het laminaat. Toen ik me stond af te drogen stond de boel al bol. Ze hadden over de oude tegels gelijmd en nu was het afvoerputje het hoogste punt geworden van de vloer en de oude dorpel te laag. Vervolgens stond ook nog mijn buurman voor de deur, omdat bij hem het schuim uit zijn toilet kwam. ‘Mijn reet is geen bubbelbad.’ Ik was me even ten einde raad.

De volgende dag sprak ik het hoofd projectbegeleiding aan en vertelde mijn probleem. Ik wilde graag dat het ook zijn probleem zou worden. Ik klopte op de deur van de werkkeet en in de deuropening luisterde hij naar mijn verhaal in de lucht van zware shag. ‘Ja‘, zei ie ‘We pakken dit soort problemen bouwbreed aan dus, ik moet het nog wel even in de planning plakken en dat kan nog wel een paar dagen duren. De vloer moet eruit, en er moet een nieuwe dorpel geplaatst worden en dat heb ik niet zo één, twee, drie voor mekaar. Als ik een toverstokje had was het zo opgelost, maar we gaan ons uiterste best doen, dat begrijpt u wel, en dat zeg ik met mijn hand op het hart’, terwijl hij zijn linkerhand op zijn borst legde. ‘Misschien kunt u ook nog die tegels laten repareren die gescheurd zijn nadat ze de kranen hebben geplaatst.’ Hij slaakte een diepe zucht en zei ‘We gaan ons best doen en meer dan ons best kunnen we niet doen dat begrijpt u toch ook wel’. Hij draaide zich om, stapte de keet binnen en deed de deur dicht. Ik ving de woorden planning en meer dan ons best kunnen we niet doen op, terwijl ik de arbeiders nu nog harder hoorde lachten achter de gesloten deur.

Ik moest een paar dagen tot rust komen bij mijn ouders waar ik weer met alle liefde werd opgevangen en vertroeteld. Alsnog kreeg ik een telefoontje dat alles opgelost was, inderdaad bleek dat het water nu het afvoerputje inliep. Hoe moeilijk kan het zijn. De scheuren in de tegeltjes zaten er nog steeds en in de woonkamer die ze in mijn afwezigheid als kantine hadden gebruikt waren de  sigarettenpeuken door de plastic folie heen in mijn laminaat getrapt en er hing een vette lucht van gebakken vis.

Twee maanden later dan gepland was de renovatie klaar en terwijl ik met de opzichter, een man in een zalmkleurig trainingsjasje, door het huis liep en hem wees op de gescheurde tegeltjes, wees hij mij erop dat dat niet onder zijn jurisdictie viel en ik moest me maar wenden tot de woningbouwvereniging. Na afloop van het gesprek schoot hij zijn filtersigaret uit het raam van de woonkamer, maar dat stond niet open, maar dicht en hij haastte zich om de peuk van de grond op te rapen. ‘Sorry, ik dacht dat het raam open stond.’ Ik woon hier nog steeds samen met mijn vrouw. Onze kinderen zijn inmiddels de deur uit, maar de scheuren zitten er nog steeds in.