Red 1

Red 1, Rood Haar

Toen ik nog een bos rood haar had werd ik veelvuldig uitgescholden.

‘Hééé Rooie! Spring je weleens op Groen? Had je vader roest in zijn pijp? Rooie en valen zijn donderstralen.’ Vervolgens liep zo’n sjembek, die me had uitgescholden, met een tand door zijn lip. ‘Schelden doet geen zeer. Slaan veel meer,’ rijmde ik.

Ik had vroeger helrood haar en werd vaak uitgescholden. Dus ik was dikwijls aan het vechten en meestal won ik, maar er waren ook grotere jongens dan ik, en daarom kwam op woensdagmiddag mijn grote neef langs voor een goed gesprek of voor een paar rake klappen. We waren dikke vrienden, mijn neef en ik, en hingen als klissen aan elkaar. Na verloop van tijd had iedereen dat wel zo een beetje begrepen. Mijn neef hoefde nu nog alleen maar preventief op te treden. Ik werd niet meer uitgescholden, behalve op grote afstand. Ook daar zou spoedig een einde aankomen nadat hij een kwelgeest, aan de overkant van de sloot, met een kiezelsteen tegen zijn hoofd had gegooid, die bloedend het hazenpad koos.