Ook dat nog

Our Education System

Op het werk komt een meisje bij me die te laat is. ‘Hallo. Hallo. Ik ben te laat,’ zei de deelneemster toen ze mij zag op het werk. Ik vond het prima.

Ik vond het prima, want meestal zeggen ze niets en doen net alsof ze op tijd zijn, maar om een uur of drie wordt dat wel een beetje doorzichtig. ‘O, dat is prima. Hier mag je net zo laat komen als je zelf wilt en als je een dag niet wilt komen is dat ook goed. Als je wilt werken mag je het aan me vragen, maar we kunnen niet alles doen wat je wilt, want dat kan weleens gevaarlijk zijn. Als je zin hebt mag je werken en anders ga je rondlopen of naar huis, dat is allemaal niet erg. Je weet toch waarom je hier bent? Je bent hier voor jezelf en je mag weg wanneer je wilt, dan geef ik het wel door aan de werkcoach. Veel plezier.’

Vroeger maakte ik me daar druk om als iemand te laat op het werk kwam. Ik moet van mijn werkgever zorgen dat de mensen die hier komen werken gewoon aan het werk gaat en niet de hele dag op hun krent zitten en afhankelijk blijven van een uitkering. Ik kan ze niet tegen houden als ze niet werken of niet op het werk komen. Daar maakte ik me vroeger druk om maar dat doe ik niet meer. Ik wil me er niet meer boos over maken, misschien hebben ze wel andere talenten. Albert Einstein heeft ooit gezegd: ‘Iedereen is een genie.’

Filmon Beyene Tekleab. Ik ben sinds juli 2015 in Nederland. Ik kom oorspronkelijk uit Eritrea. Ik wil graag werken en mezelf ontwikkelen in Nederland. Ik heb veel kennis en ervaring op gebied van houtbewerking en vormgeving en lassen. Zo was ik beeldhouwwerker en maakte ik verschillende voorwerpen van hout. Ik zou hier graag verder willen werken en ontwikkelen.

Ik ben leermeester en werk met mensen die in een re-integratietraject zitten. Als je wilt weten wat dat is moet je het maar even opzoeken. Wij noemen deze mensen deelnemers. Je kunt ze ook nietsnutten of werklozen noemen, maar wij noemen ze deelnemers.

We waren de werkplaats aan het opruimen en met we bedoel ik zij. Ik had een karretje nodig en met ik bedoel ik zij anders blijven ze maar lopen met die rotzooi op weg naar de vuilcontainer. Ik zeg tegen Filmon, die tenslotte al een tijdje in Nederland woont en de inburgeringcursus Nederlands (Nederlandse taal: lezen, schrijven, spreken, luisteren en Kennis Nederlandse Maatschappij) en de Empowermenttraining (Kennismaking met de Nederlandse arbeidsmarkt en de gebruiken die hierbij horen) had gevolgd. ‘Kun jij een karretje pakken.’ Hij keek me aan met zijn vriendelijke kinderogen, een half verwoest gebit en haar alsof hij met z’n vingers in een stopcontact had gezeten en ik zag dat hij er weer niets van begreep. ‘Karretje.’ ‘Karretje?’ ‘Karretje.’ Ik trok een stuk papier uit mijn kontzak en tekende daar een karretje op en ook het woord KARRETJE in kapitalen letters om aan zijn educatieve behoefte te voldoen en daarna liep hij blijmoedig de verkeerde kant op en ik dacht; die komt er wel.

Veel later komt hij terug met twee blikken verf en een blok hout. Ik kijk hem vragend aan en hij legt de twee blikken op z’n kant op de werkbank en er bovenop het stuk hout. Hij doet een stap naar achteren en strekt zijn beide armen uit en zegt: ‘Karretje’ en ik val hem huilend om zijn nek.