Koude Oorlog

Lichting 78-5

Het volgende voorval speelt zich af tijdens een oefening op het hoogtepunt van de Koude Oorlog, toen ik in Seedorf, Duitsland gelegerd was bij 41 GNK. De Russen hadden ons aangevallen en wij moesten nu naar een uitwijkgebied om de eerste golf op te vangen.

Op de plaats van bestemming hadden we een legerkamp gebouwd en honderd meter verderop moest ik de wacht houden met een draadtelefoon, die constant stoorde. Iedereen die het kamp naderde moest ik aanhouden en naar het wachtwoord vragen. Een Nekaf Jeep kwam er aan met onze Luitenant Van der Boosaard. Ik zwaaide naar hem, natuurlijk liet ik hem door. Het was toch onze luitenant. Zijn chauffeur stopte en de Luit stapte uit. ‘Hoe haal je het in je hoofd om ons niet aan te houden en naar het wachtwoord te vragen.’
‘Maar luitenant…, ik zie toch dat u het bent.’
‘Iedereen moet aangehouden worden,’ schreeuwde hij ‘En met iedereen bedoel ik Iedereen.’
 
Ik was verbaast, maar ook gefrustreerd. Ik probeerde het zo goed mogelijk te doen, maar nu werd ik gaandeweg steeds bozer. Hij reed het kamp in en verdween uit het oog. Later kwam hij nog een keer terug en ik stond wijdbeens op de weg met mijn Browning 9 mm. pistool in de aanslag. De jeep stopte en ik scheurde de deur open en drukte mijn pistool in de slaap van luitenant Van der Boosaard en schreeuwde ‘Wachtwoord.’
Er zaten losse flodders in en na elk schot moest je doorladen, maar goed als ik schoot zat wel het slakkenhuis van je rechteroor in hamer, aanbeeld en stijgbeugel van je linkeroor. Hij zei het wachtwoord, maar dit vond hij wel erg overdreven. ‘Dit vind ik wel erg overdreven, Van Leeuwen.’
 
Hij reed verder naar het kamp en ik belde de wachtpost op bij de ingang, volgens mijn instructies. Ik zei ‘Die lul is er.’ ‘Ja, zegt ie, hij staat naast me.’
Later sprak de chauffeur van het bewuste voertuig, korporaal Cola, me aan: ‘Ik ben maar gestopt.’ Hij had de vorm en de kleur van een Coca-Cola blikje en is later in het ziekenhuis opgenomen met een maagzweer.
‘Dat is ook het enige goede wat je in dit leven hebt gedaan,’ beet ik hem toe.