
Ik was erbij. Ik zag het, ik was daar. Ik ben het dan ook aan mijn lezers verplicht om dit te vertellen. Hoe vaak de prestatie is beschreven, niets bereid je voor op het schouwspel wat zich voor mijn ogen ontrolde. Eerst sleepten ze een kanon in de arena van het circus en ‘Mick The Human Cannonball’ klom in de loop, die vervolgens werd opgekrikt tot een hoek van zestig graden.
Ik kwam Mick opzoeken in het ziekenhuis, toen hij nog maar net geboren was. De couveuse was leeg. Ik schrok me rot. Hij lag op de koffietafel en werd bemind door zes lieve verpleegkundigen, die helemaal weg waren van mijn knuffelbaby.
Mick is nog liever dan een engeltje dat op je tong piest, want dat zou hij nooit doen. Een meisje zei eens wat lelijks tegen hem, toen hij zó groot was en een handvol vingers oud. Ik zeg ‘Zou je niet wat terug doen.’ Want bij mij is altijd de oudtestamentische wijsheid van kracht; Oog om oog en tand om tand. Ik had haar al lang het bos ingejaagd met pek en veren. ‘Ja,’ zegt hij ‘Ik heb... keek héél boos.’ En dat was dan ook het allerergste wat hij iemand aan kon doen.
Een keer lanceerde hij zichzelf met z’n ferrarirode driewieler van de brug en ploegde door de straattegels, rolde over de kop en was als een turner die na drie loopings ongelukkig terecht kwam maar nu zonder mat. Meer een Salto Mortem dan een Salto Mortale. Hij stond weer krakend en piepend op en zweette staalsplinters uit zijn poriën.
Ik zeg ‘Wat knap, dat kan zelfs Papa niet. Je bent een echte stuntman.’
Getergd en met oorlogsstrepen over zijn voorhoofd kwam een stralende ivoorwitte glimlach naar buiten en hij stak zijn beide duimpjes omhoog als een levende kanonskogel die veilig in het vangnet terecht was gekomen. Hij lachte en zwaaide naar het publiek. Hij was knap en lief.
De zilveren cape wapperde over zijn schouders. Hij zette zijn valhelm af en maakte een diep buiging.
- Login om te reageren