
Ik reed door het dorpje Voorthuizen en stopte bij een kringloopwinkel. De eigenaar stond in de deuropening en zei: ‘Dat is een hippe fiets.’
De winkelier was een jaar of 60, snorretje en een wilde krullenbol. Hij had een Amsterdams accent. De man wees naar mijn elektrische fiets en zei: ‘Lekkere dikke stang.’ ’Daar zit de accu in,’ antwoordde ik. Ik stapte langs hem de winkel in en stevende de boekenafdeling in. Hij kwam er gezellig bij staan in het krappe kamertje met de lucht van bloemkool. Ik vroeg dus maar hoe duur die boeken waren om het ijs te breken. Hij zei: ‘Eén euro en de dikke boeken zoals deze…’ en hij wees op het exemplaar met de titel De verzamelde werken van Agatha Christie. ‘Twee euro. Nou dat is geen geld. Als je wist wat daar allemaal in staat.’ En daar had hij een punt, want dat wist ik natuurlijk niet.
Toen ik terug liep naar de kassa sprak hij met een medewerker. ‘Wat moet ik met die vijf machines, die euro’s omrekenen naar Duitse Marken en andersom? Zal ik er een euro voor vragen? Of zal ik ze weggooien? Zit ik helemaal niet mee.’ Voordat ik afrekende bladerde ik nog even door een stapel stripboeken van Kuifje, die op de toonbank lagen. ‘Zit er nog wat voor je bij?’ ‘Kuifje in Afrika?’ ‘Helaas, die mogen we niet meer verkopen.’
- Login om te reageren