Gert-Jan Segers

Gert-Jan Segers

't Was er warm en druk. Ik sloeg hem met een lege kruk. Het liedje van André Hazes galmde door het gebouw.

Gert-Jan had een gehuurde smoking in een te kleine maat aan. Het voelde allemaal veel te strak en benauwend in zijn kruis en bij de schouders. Zijn glimmende zwartleren schoenen klikklakten over de dansvloer. Zijn vrouw droeg een avondjurk tot aan tot over haar enkels. Deze avond hadden ze hun functies overgedragen aan de nieuwe Prins en zijn vazallen. Het was de laatste avond van Gert-Jan als Prins en zijn vrouw als Adjudant van de christelijke carnavalsvereniging De Kruisvaarders. Ex-Prins Gert-Jan den Eerste droeg daarom de witte oudgediende Prinsenmuts op zijn hoofd en zij had een matrozenmutsje op. Ze stapten door de gang en een aangeschoten voorbijganger klampte haar mutsje vast terwijl hij hun passeerde.

‘Geef terug, alstublieft’, waarop de booswicht zei: ‘Doe even normaal.’ Ze draaide zich om, pakte hem van achteren met haar rechterarm bij zijn keel. Ze plaatste haar rechterbeen achter de deugniet, trok hem eroverheen en wierp de rekel op de grond. Hier bleef hij liggen in een nogal vreemde houding. Ze bukte zich en pakte haar muts op. Ze had een tijdje op de stichting ‘De Vluchtheuvel’ gezeten, een christelijke hulporganisatie, waar ze een weerbaarheidstraining voor vrouwen had gevolgd.

Gert-Jan en zijn vrouw gingen weer verder en kwamen in het feestgedruis terecht waar hem in de balzaal z’n steek werd afgetrokken. Zijn eega pakte die algauw weer terug. Een jongen zei: ‘Hoor jij er bij.’ ‘Ja, wij zijn getrouwd,’ zei zijn echtgenote. Gert-Jan die zijn steek miste greep een meisje vast bij haar jurk. Hij was in de veronderstelling dat ook zij bij het clubje belhamels hoorde. Hij scheurde haar avondtoilet van boven naar beneden open, waarbij haar borsten als rijpe pruimen naar buiten vielen.

‘Als iemand zijn naaste letsel toebrengt, moet hem hetzelfde aangedaan worden wat hij gedaan heeft: oog voor oog, tand voor tand. Leviticus 24:19-20,’ blafte hij haar toe en zo eindigde zijn periode als Prins toch nog in een fiasco, terwijl iedereen over hem heen viel in desolate toestand om hem zijn verdiende loon te geven.