Een Gecrushed Echtpaar 2

Een Gecrushed Echtpaar 2

Hij droomde elke nacht van een gelukkige toekomst totdat hij wakker werd gepord omdat hij snurkte, maar hij bleef snurken en zij ging dan in het kamertje van hun nooit geboren kindje slapen, waar naast het ledikantje een logeerbed stond. Als Frans in zijn schuurtje zat en bezig was met zijn Twin Towers op te bouwen met lucifers evolueerde hij het idee om zijn vrouw te vermoorden en haar dan af te laten voeren volgens de instructie van Mr. van der Putten.

Maar er was iets wat hij niet wist. Sylvie had ook het plan opgevat om hém te vermoorden.
 
Met hun huwelijk was het bergafwaarts gegaan toen Sylvie maar niet zwanger raakte. Ze hadden het enkele jaren geprobeerd en dat gedeelte was wel leuk geweest. Daarna waren ze begonnen aan een tocht langs allerlei artsen. Ze vreeën steeds minder totdat ze het helemaal niet meer deden, behalve als Sylvie genoeg wijn op had en hem aftrok alsof ze een pak karnemelk stond leeg te schudden. Voor het gemis van hun kind hadden ze een hond aangeschaft en ze noemden hem Rudolf, een sneeuwblinde Sint-Bernard uit Zwitserland.
 
Frans ging steeds vaker voor de betaalde liefde, waar hij klaar kwam in zo’n formica hokje met een prijslijst aan de muur. Sylvie nam een minnaar en als die er niet was at ze zich vol aan chocolade-ijs en appeltaartpunten. Het eerste wat Frans een idee had kunnen geven van het feit dat Sylvie een lover in haar leven toeliet was haar nieuw kapsel. Verknipt lang haar aan één kant en aan de ander kant opgeschoren.
‘Dat is modern.’
‘Ja, net zoals vuurstenen pijlpunten ooit modern waren.’
Eerst viel het hem niet eens zo op dat haar haar anders zat. Sinds ze steeds dikker en dikker werd, alsof ze alsnog zwanger was geworden, was hij steeds minder naar haar gaan kijken.
 
Nu zat hij met een blikje bier en een sigaar onderuitgezakt voor de televisie en keek naar Ajax wat voor de zoveelste keer verloor van een elftal waar de keeper bakker, was, de spits brievenbesteller en de rest ook een bijbaantje had uit een land als Malta, toen het kwartje viel. Sylvie kwam binnen en ging zitten en las in zo’n roddelkrantje vol achterklap met de kop ‘Andre van Duin doet het met Imca Marina’. Bij navraag bleken het de cavia’s van Fred Oster te zijn uit de AVRO’s Wie-kent-kwis.
 
Hij zat zijn brein te breken over wat haar nu zo anders maakte, totdat zijn oog viel op de trouwfoto die aan de muur hing uit gelukkiger jaren. Haar lange blonde haar dat ze al sinds de bruiloft in dezelfde coupe droeg was eraf. Frans zei ‘Je lijkt wel op een lesbo met je verknipte melkboerenhondenhaar.’ Het viel hem op dat ze steeds meer geld spendeerde aan lingerie en kleding. Hij beklaagde zich bij Sylvie over haar uitgaven. Zij antwoordde dat ze nu liefdadigheidswerk deed. Ze moest er een beetje leuk uitzien voor de vergaderingen. Er waren eindeloos veel vergaderingen. Avond aan avond, terwijl ze haar nieuwe vriend suf bevredigde, die op volumineuze dames viel.
 
Ze liet Frans achter met kant en klaar maaltijden die hij in de magnetron kon schuiven. De laatste tijd was hij niet bezig in zijn schuurtje, maar in het slaapkamertje van hun ongeboren kindje, waar Sylvie sliep als ze wakker was geworden van zijn gesnurk. Hij had ooit eens beloofd dit kamertje op te knappen, wat hij tot haar groot verdriet nooit had aangepakt.
Sylvie zei dat het goed was dat ze allebei hun interesses hadden. Ze klopte hem op zijn fontanelletje en trok de deur hard achter zich dicht op weg om de wereld te redden.
 
Sylvie gaf steeds meer geld uit aan kleding en overbodige spullen. Dat deed ze altijd al, maar nu nog meer. Hij had besloten om hun gezamenlijke creditcard stop te zetten en haar voortaan huishoudgeld te geven. Toen ze thuiskwam was ze woedend op hem. Ze vertelde dat haar kaart was geweigerd bij een lunchroom en dat ze zich nog nooit zo had geschaamd. Ze zei hem dat hij een vieze, vette, luie drol was. Ze zei dat haar moeder haar nog zo gewaarschuwd had en dat ze naar haar had moeten luisteren toen ze zei dat Frans onbetrouwbaar was.
 
‘Heel uw familie is zo,’ zei ze heftig in het rond stappend, ‘mensen zonder het minste gevoel in hun lijf, slechte mensen en als jij zo door gaat zul je eenzaam sterven, mijn moeder zegt het wel honderd keer op een dag. Ik herken hem niet meer, vroeger was het zo’n zachte jongen. Ze bidt elke dag voor je. Je bent de grootste egoïst die ik ken en over het gedrag tegen over mij kan ik maar beter zwijgen…’
 
Opeens hield ze een zwarte haar van een van zijn bijvrouwen voor zijn neus en riep ‘En wat is dit?’
 
Wordt Vervolgd