Aan de straatzijde van café Adler, bij Checkpoint Charlie op de grens van Oost- & West-Duitsland zaten Nijlpaard, clown Flappie en Gandhi achter het raam. In het café hing een dreigende sfeer.
‘Vanmorgen werd ik bij de directeur in zijn woonwagen geroepen. Gandhi, zei ie, dit kan niet waar zijn. Dit gaat alle perken te buiten. Gisteravond heb ik je zeven konijnen, tien witte duiven, kaarten, balletjes, bossen bloemen, trossen bananen, gekleurde doeken en een kratje bier in je zakken en mouwen van je smoking zien stoppen en tijdens je voorstelling doe je alsof je ze tevoorschijn tovert. Dat is onaanvaardbaar. Ik wil geen tovenaar die het publiek bedriegt. Ik wil geen oneerlijk personeel in mijn circus. Ik wil eerlijke mensen. Mensen die ik kan vertrouwen.’
‘Anders is hij nooit zo,’ zei clown Flappie die te diep in zijn glaasje had gekeken, wat te zien was aan de cirkelvormige afdruk op zijn gezicht.
‘Hij was in een zeer slechte bui’ zei Zabihullah, die door iedereen Gandhi genoemd werd. ‘Hij wil mij deze week niet betalen.’
‘Tegen mij is hij altijd aardig’ zei clown Flappie.
‘Stille wateren hebben diepe gronden,’ zei Gandhi.
‘En wie de schoen past trekken hem aan’ zei Nijlpaard.
‘Dat slaat dan weer nergens op’ zei Gandhi, eerder getergd door de directeur die zijn salaris niet wilde uitbetalen, dan dat hij boos was op de grote bek van Nijlpaard.
‘Dat slaat als een tang op een …’ zei Gandhi die van zijn geloof geen onrein dier in zijn mond mocht nemen.’
‘Varken’ zei Nijlpaard.
Clown Flappie zei ’Wie het hardste kan lopen hoeft niet te betalen’ en rende weg het café uit met z’n grote rode rare schoenen, al snel gevolgd door Gandhi.
De kelner deed de voordeur op slot voordat Nijlpaard naar buiten kon.
- Login om te reageren