De Sigaret

Ik lig bij de rozenbottelstruiken van het buitenzwembad Crommenije in het gras. Ik heb twee sigaretten van het merk Caballero bij me, in een doorzichtig hard plastic sigarettenhoudertje, waar een pakje van 25 sigaretten in kan. Nu zitten er twee sigaretten in van mijn vader, die ik uit zijn pakje heb gehaald. 

Ik haal een sigaret uit het houdertje en steek hem in de brand, met een lucifer van het merk Swallow, uit zo’n houten doosje met de woorden Säkerhets Tändstickor, manufactured at Uddevalla tändsticksfabrik, Sweden. Het ruikt naar zwavel en ik inhaleer en blaas de rook uit. Ik ben wel de stoerste jongen van het hele veldje en geniet van de rook, die mijn neus en mond verlaat. Ondertussen schijnt de zon. Wie kan mij nog wat maken?
Komt er een heel mooi meisje naar me toe.
‘Mag ik naast je liggen?’ vraagt ze.
‘Euhh, ja.’
 
Ze is veel ouder dan mij en ze heeft al borsten. Ik kan geen woord meer zeggen en ik zit een beetje naar haar te staren en ze vraagt of ik nog een sigaret heb.
‘Heb je nog een sigaret?’
Ik knik van JA en pak mijn sigaretten houdertje, die er nu wel erg goedkoop uit ziet, in plaats van een pakje Caballero met zo’n stoer Mexicaantje erop. Ik geef haar mijn tweede en tevens mijn laatste sigaret. Zij pakt hem aan en raakt mijn hand aan met haar vingertoppen. Ze stopt de sigaret in haar mond. Ik wil haar een vuurtje geven, presenteren zeg maar, net zo als in de film, met mijn handen erom heen, maar ze zegt: ‘Laat maar’ en loopt weg.
 
Ze stapt op en verdwijnt achter de rozenbottelstruiken in haar mintgroene badpakje.