Andy Kaufman

Er was eens een Amerikaanse komiek die Andy Kaufman (1949 - 1984) heette, die ervoor leefde om alles met grappen en grollen te ontregelen.

Hij begon als stand-up comedian, maar werd populair bij het grote publiek als Latka in de tv serie Taxi. Hij had een koppeltje alter ego’s, onder wie Tony Clifton, een morsige zanger, ruim bepruikt en bebuikt, van het ongetalenteerde  kaliber. Over Kaufmans leven werd een in 1999 een speelfilm gemaakt The Man on the Moon, met in de hoofdrol Jim Carrey, die een geweldige Kaufman neerzet.

Andy Kaufman ging dood aan longkanker, op 35-jarige leeftijd. Een jaar was er een herdenkingsbijeenkomst - en plop - daar was Tony Clifton, alsof hij vanuit de dood was teruggestraald. Voor het oog van Andy’s vriendin en beste vrienden was hij daar met een dampende versie van I will Survive - en daarmee met de geboorte van een celebrity myth van formaat.

Want als Andy dood is, wie sprak hier dan in een zalmroze jasje de vocale wens uit om te overleven? Wie speelde Tony Clifton? Zijn beste vriend en medegrapjas Bob Zmuda? Of leefde Kaufman nog en was alles een grap?

Het was allemaal naar aanleiding van Elvis Presley. Andy Kaufman kon ook een geweldige Elvis imitatie neerzetten. Dat Elvis nog zou leven en zo en nu en dan opdook, na zijn dood in 1977, vond Andy een waan-zin-nig grappig idee. Dat wilde hij ook, dat was de ultieme practical joke. Een jaar voor zijn vermoedelijke dood sprak Andy het voornemen uit, om niet-dood dood te gaan en dan 15 jaar later op Kerstavond een restaurant binnen te lopen. Op 16 mei 2004 vierden een aantal vrienden een ‘Welkom terug Andy’-feest en hier trad zijn alter ego Tony Clifton weer op.