10 Mei 1940

Algemeen Handelsblad, 10 mei 1940

Algemeen Handelsblad, Vrijdag 10 Mei 1940

De gebroeders Reiner en Hans Wurst zaten achter het raam van een bruincafé. Om hun nationaliteit niet te verraden hadden ze een Engelse bolhoed op en een paraplu bij de hand.

Op de vensterbank lagen dode en stuiptrekkende vliegen. De broers, die woonachtig waren in Duitsland, zaten daar met hun bevingerde kelkjes die kringen vormden op het verwaarloosde tafeltje. Aan de muur hing een natte scheurkalender, het was 10 mei 1940. Om hun nek hing een zware Zeiss Inquart verrekijker. Af en toe namen ze die ter hand om de dikke brugwachter in oogschouw te nemen, die vacuüm gezogen in zijn hokje zat. Hij hield de wacht of liever gezegd hij wachtte op wat komen zou. Ondertussen luisterde hij stiekem naar de radio. De ene broer fluisterde tegen de ander: ‘Ich arbeite lieber allein.’ ‘Wurde dann Leuchtturmwarter,*’ was het antwoord. 

A pretty girl is like a Melody van Paul Whiteman galmde uit het café over het druk bevaren kanaal. Af en toe werden de broers tijdens hun op fluistertoon gevoerde gesprek onderbroken door de hinnikende lach van de café-eigenaar. Met veel pijn en moeite kwam de brugwachter uit zijn hokje en schreeuwde tegen iedereen die het maar wilde horen: ‘Duitse vliegtuigen komen. Het is op de radio!’ Het eerste Duitse vliegtuig, herkenbaar aan het hakenkruis op de staart, vloog al over. Dat was het moment waar de twee op gewacht hadden. Ze wandelden naar buiten op hun dooie gemak om maar geen argwaan te wekken, en om de aangebrachte springladingen onder de brug te saboteren. 

Eén van de broers stootte een oud vrouwtje om en zij viel in de tankgracht voor het café. Toen ze opstond was ze nog steeds een beetje verward door de botsing. Het oudje wilde weten of ze al haar tanden nog had. In haar verdwazing stak ze haar hand in haar kont en zei: ’O God, ik ben al mijn tanden kwijt.’ Door dit oponthoud konden de broers niet voorkomen dat de brug alsnog door de Nederlandse genie werd opgeblazen. 

* Vuurtorenwachter